Those where the days: De andere ‘Cruijff’
Deze keer in de rubriek Those were the days ga ik het gesprek aan met Frans ‘Cruijff’ Kluijtmans. Iedereen binnen Sparta’25 kent ‘ons Franske Jr’ wel. Hij debuteerde reeds op 16-jarige leeftijd bij het eerste elftal van Sparta’25, speelde daarna tot zijn negenentwintigste in de selectie van Sparta’25 voordat hij verkaste naar buurman ELI waar hij twee jaar voor zou uitkomen. Daarna keerde Franske Jr terug op Sportaprk ’t Heereind waar hij nog lange tijd actief was als voetballer.
Maar waar kennen we Frans nog meer van? Frans is altjd met het spelletje bezig geweest, was helemaal gek van voetbal en zou het liefste elke minuut van de dag besteden aan de mooiste sport van de wereld. En dat scheelde ook niet veel of hij had dat gedaan. Zo is Frans een 35 à 40 jaar jeugdleider geweest en een goede ook als ik mensen mag geloven. Zo is de inmiddels 58-jarige ongeveer ook vier jaar werkzaam geweest bij Helmond Sport waar hij de C2 onder zijn hoede had en assistent was van Ton Hendriks bij de D1.
Maar ook dit was het nog niet, vooral de jeugdigen onder ons zullen hem wellicht ook kennen als jeugdcoördinator of techniek trainer. Maar ook hier blijft het niet bij want wat velen wellicht niet zullen weten, en dan bedoel ik vooral de jongeren onder ons, is dat Frans een benadigd zaalvoetballer was. Frans schopte het zelfs tot het Nederlands team waarmee hij enkele keren deelnam aan een Europees Kampioenschap.
‘Had ik maar mijn mond open gedaan’
De titel Those were the days kan maar je zou hem ook kunnen noemen “Spartanen in de top van het zaalvoetbal’’, maar over dat gedeelte hebben we het later. Nu eerst naar de jeugdige jaren van wie ze ook wel Cruijff noemen. Frans ging op jonge leeftijd onder voetbal want dat was wat hij het liefste deed. Met de bal bezig, passeerbewegingen oefenen en dat net zolang tot het lukte. Frans begon in de P1 en speelde daarna o.a. nog in de C2, C1, TOP B en TOP A.
Op reeds 16-jarige leeftijd mocht hij reeds zijn debuut maken in het eerste elftal dat destijds onder leiding stond van trainer Riny van Leur die met Sparta’25 uitkwam in de 1e Klasse. Een droom voor elke jonge jongen en zo dus ook voor Frans die o.a. mocht spelen met de gebroeders Kuypers en een Henk Verhappen. De toekomstverwachtingen voor de toen 16-jarige waren eigenlijk dan ook logischerwijs hoog. Toch heeft hij de verwachtingen eigenlijk nooit echt kunnen waarmaken en dat had zijn reden.
Frans:”Ik mocht inderdaad al op 16-jarige leeftijd mijn debuut maken en dat was in een oefenduel tegen ASV’33. Dat duel werd toen gespeeld op wat nu het trainingsveld is. Het zag er dus hoopvol uit maar ik heb eigenlijk gedurende mijn gehele periode in de selectie tussen het tweede en eerste in gehangen. We hadden destijds ook wel enorm goed spelersmateriaal maar dan nog. Ik had achteraf gezien de pech dat ik op velen posities inzetbaar was. Zo speelde ik wedstrijden in het tweede elftal en was toen weer enkele wedstrijden nodig als invaller bij het eerste efltal. En zo is het eigenlijk altijd wel geweest. Ik had geen vaste plek en werd eigenlijk overal voor gebruikt. Ik was jong en had er aanvankelijk ook geen problemen maar had ik dat maar want dan had ik misschien wel een vaste plek gekregen.
Later kreeg ik daar wel steeds meer moeite mee, zeker ook toen mij min of meer een basisplek werd beloofd maar ik deze niet kreeg. Daarop deed ik mijn mond openen waarna ik de weken daarna weer in het tweede moest spelen.”
Frans bleef tot zijn 29ste in de selectie spelen en verliet deze na een conflict met de toenmalige trainer Wiljan Vloet. Frans:”Hetzelfde verhaal als voorheen. Ik zou de laatste negen wedstrijden van de competitie in de basis beginnen, dat was mij tenminste beloofd maar deze afspraak werd niet nagekomen. Dat was voor mij de druppel waardoor ik de selectie verliet en in het vierde elftal ging spelen.”
Aan het einde van dat seizoen werd de 29-jarige middenvelder/aanvaller benaderd door Johan Slegers en Rudy van den Enden om mee naar ELI te gaan wat hij vervolgens ook deed. Frans zou in totaal twee seizoen spelen voor de Lieshoutenaren waarna hij terugkeerde op het oude nest. Op aandringen van broer Arie ging Frans spelen in het toen achtste elftal.
De eerste keer in aanraking met zaalvoetbal
Het voetbal beheerst(e) dus het hele leve van Frans, maar niet alleen het veldvoetbal daar kwam ook het zaalvoetbal bij. Zijn eerste kennismaking met het zaalvoetbal was al op negenjarige leeftijd. Frans had het geluk dat zijn gymleraar de heer van Lierop ook helemaal voetbalgek was en zelf vaak het spelletje beoefende op zondagmorgen in Gerwen. Het kwam dan ook regelmatig voor dat bij de gymles in het Anker voetbal op het programma stond.
Franske Jr genoot er met volle teugen van en ging regelmatig naar die competitie kijken in Beek en Donk. Frans:”Ja haha, ik ging daar best vaak kijken, iets wat ons vader en moeder niet wisten. Die dachten dan dat ik bij de kerkdienst zat!”
Frans, die tweebenig was, vond het zaalvoetbal zo leuk vooral omdat de techniek zo belangrijk was bij dat spelletje en dat hij zich in combinatie met het veldvoetbal goed kon ontwikkelen. Jammer genoeg was het zaalvoetbal uit den boze bij de selectie, althans op trainingsavonden dan. Toch kon hij het niet altijd laten en dat heeft hij ook geweten. Frans:”De combinatie veldvoetbal/zaalvoetbal vond ik in die tijd wel te doen maar Sparta’25 stond bij mij wel altijd op de eerste plaats. Toch is het wel paar keer mis gegaan. Ik speelde wel eens laat op donderdagavond dus na de training nog een zaalvoetbalwedstrijd met Piet Vaessen, Piet Jacobs of Maarten van de Zwam. Een speler van Gemert 1 vond het toen schijnbaar belangrijk om dit te melden bij Sparta’25 waarop ik geschorst werd door Sparta.
Het talent
Die schorsing hield Frans niet tegen om door te gaan met zaalvoetbal, een sport waar hij in wist uit te blinken. Zes dagen in de week voetbalde Frans. Op maandag was hij actief in Eindhoven of Helmond, op dinsdag was er een training met de selectie, op woensdag speelde hij in Nuenen, op donderdag was er weer een training, op vrijdag was hij te bewonderen in Eindhoven en op zondag natuurlijk de wedstrijd met het eerste of tweede elftal.
Het veel met de bal bezig zijn betaalde zich uit, althans in de zaal dan. Zoals eerder aangegeven was Frans een benadigd talent en dat leverde hem uiteindelijk heel wat leuke trips en avonturen op. Onvergetelijke verhalen die ik in dit artikel onmogelijk allemaal kan beschrijven. Daarvoor zou ik zeggen maak eens een praatje met Frans. Maar waar elke jongen van droomt werd voor Frans werkelijkheid. Frans, die uiteindelijk van zijn 23ste tot zijn 56ste in de zaal zou spelen, kwam o.a uit voor Kapsalon Janssen (een grote naam destijds in het zaalvoetbal), Van Gerwen, ’t Ploegje en D’n Ekker. Ook speelde hij vele wedstrijden voor diverse selectieteams en geraakte hij meerdere malen in contact met de echte topteams waar hij soms ook een oefenwedstrijd meespeelde.
Het Nedelands zaalvoetbalteam
Het echte hoogtepunt was toch wel de selectie voor het Nederlands team. Frans:”De eerste keer dat ik een uitnodiging kreeg was iets ongelofelijks. Ik kon het niet bevatten en dacht echt van: Dat kan toch niet…..ik? Maar het was dus werkelijkheid. Mijn toenmalige coach stond er niet van te kijken en gaf me aan dat de selectie meer dan terecht was. Hij gaf me aan wat ik in de afgelopen maanden daarvoor allemaal had gepresteerd. Zo was ik bv uitgenodigd voor de Nederlandse selectiekampioenschappen waar we eerste werden en ik topscorer werd met maar liefst vijftien doelpunten.”
In totaal speelde Frans maar liefst acht jaar voor het Nederlands team. Je had destijds overigens twee bonden bij het zaalvoetbal. De KNZVB (KNVB) en de NZVB (later NCSB)die op dat moment niet zo goed door één deur konden. Het was namelijk zo dat wanneer je voor de KNZVB zou uitkomen dat je dan niet op het veld mocht voetballen en dat mocht wel bij de NZVB. Het was dus eenvoudig voor heel veel voetballers, ook voor spelers die o.a. bij FC Eindhoven, PSV of elders in het land bij een betaalde club speelden of hadden gespeeld, om voor de NZVB te kiezen.
Frans:”We speelden/oefenden vaak tegen het betreffende KNZVB-team waar dus bekende zaalvoetballers in stonden maar die wonnen we wel vaak. Dat was natuurlijk wel leuk toen.”
Maar dat was maar één van de hoogtepunten, natuurlijk waren er nog veel meer. Frans:”Ik heb inderdaad heel veel hoogtepunten gehad en kende gelukkig maar weinig dieptepunten. Een absoluut hoogtepunt is het plezier dat ik er in had en de vele mensen die ik heb leren kennen uit heel het land. Dat zijn echt de mooie dingen. Maar verder natuurlijk de vele kampioenschappen in de diverse competities, zowel Nederlands kampioen met club- of selectieteams en Brabants kampioen.
En dan natuurlijk nog de Europese Kampioenschappen die ik heb meegemaakt met het Nederlands team en de interlandwedstrijden in het binnen- en buitenland. Zo heb ik een prachtige Europees Kampioenschap meegemaakt in Spanje en had ik bijna ook mijn wedstrijden gespeeld in Australië, Brazilië en Israël. Door minder leuke omstandigheden gingen deze niet door, spijtig genoeg.”
Van ’t kastje naar de muur
Dit waren de hoogtepunten bij het Nederlands team maar er was voor Frans nog één hoogtepunt meer welke hij graag wil vermelden. Frans:”Er werd eens door de bond aan onze toenmalige aanvoerder John van de Bogaard gevraagd of hij een team kon samenstellen voor in de hoogste Klasse. John benaderde mij daar ook voor en natuurlijk was mijn antwoord ja. De bond wilde wel dat we een paar oefenwedstrijden zouden spelen zodat ze overtuigd zouden zijn dat we het niveau aan zouden kunnen. Zo speelden wij een oefenwedstrijd in Son en Breugel tegen de toen huidige kampioen van de hoofdklasse Real American. Ik daar naar toe zonder dat ik mijn teamgenoten ooit had gezien. Wat daar vervolgens gebeurde was geweldig. Even elkaar voorstellen, lachen en vervolgens aan de wedstrijd beginnen. We tikten onze tegenstander vanhet kastje naar de muur en versloegen ze 15-0. De manier waarop wij elkaar aanvoelden was geweldig. We hebben daarna met dat team ook nog diverse titels behaald.
Maar aan al mooie dingen komt uiteindelijk een einde, zo ook bij Frans die twee jaar geleden definitief is gestopt met het zaalvoetbal en veldvoetbal. Frans:”Ik kreeg weer last van mijn oude blessures en dat ging mij opbreken. Het duurde de dag erna soms een half uur voordat ik me had aangekleed.”